Ga naar hoofdinhoud
Helpdesk
Een initiatif van leefmilieu brussel

Stel uw technische installaties optimaal af! – deel 1: de verwarming

Gepubliceerd op 20-03-2023

Op 25 oktober organiseerden Bruxeo en het Label Ecodynamische Onderneming samen een online opleiding over de ‘Optimale regeling van technische installaties in een gebouw’. Het is altijd noodzakelijk om het verbruik in uw vestigingen te beperken, maar des te meer in deze onstabiele tijden op het vlak van economie en energie. Ontdek of herontdek de waardevolle tips die in dat webinar gegeven werden!

In dit eerste deel van de gids gaan we dieper in op de regeling van het verwarmingssysteem.

De regeling: waarover hebben we het?

Een systeem voor de regeling dient om een installatie zo af te stellen dat ze beantwoordt aan de reële behoefte van het gebruik van het gebouw, zodat ze enkel werkt op de juiste momenten, de juiste plekken, en in de juiste mate. Met die aanpak kunt u het energieverbruik beperken en de milieu-impact en de facturen van uw organisatie dus verlagen.

De geheimen van een goed afgesteld verwarmingssysteem

Verwarming vertegenwoordigt gemiddeld 70% van het energieverbruik van een gebouw. Het is dus een belangrijk aspect om aan te pakken. Door de verwarming juist af te stellen kunt u tot 20% minder verbruiken. Door uw verschillende installaties (verwarming, ventilatie, licht …) te combineren, kunnen de besparingen oplopen tot 60% voor brandstoffen en tot 45% voor elektriciteit!

Stap 1: uw installatie kennen

Het draait er in eerste instantie om de verschillende onderdelen waaruit uw verwarmingsinstallatie bestaat te identificeren, om te bepalen welke aspecten u gaat aanpakken. De verwarming regelen houdt immers meer in dan het instellen van de thermostaat en de kranen. Het hele systeem voor de warmteproductie, -distributie en -afgifte moet onder handen genomen worden om het totale rendement te verbeteren.

Uw systeem kan verschillende instrumenten hebben voor de regeling ervan:

  • een ketelsturing;
  • een weersafhankelijke regeling, verbonden aan een buitenvoeler;
  • een thermostaat;
  • thermostaatkranen

Het is ook belangrijk om rekening te houden met de manier waarop de verwarming interageert met de verschillende systemen van het gebouw (ventilatie, klimaatregeling enz.). Aangezien die laatste voor aanzienlijke verliezen kunnen zorgen, kan een goede gecoördineerde afstelling van de verschillende technische installaties ook significante energiewinst opleveren.

Stap 2: uw behoeften bepalen

Zoals altijd wanneer we iets afstellen, moeten we drie grote parameters in verband met de behoeften onder de loep nemen: de gewenste comforttemperatuur, de momenten (doorgaans de momenten waarop er mensen in het gebouw zijn) en de ruimtes waarin verwarming nodig is. U kunt dit eventueel een tijdje monitoren om die behoeften te bepalen.

Stap 3: aan de slag gaan met de regeling

Afhankelijk van de installatie waarover u beschikt, kan het afstellen op verschillende niveaus gebeuren.

  1. Met de ketelsturing kunt u verschillende parameters instellen:
    • Een start- en einduur voor de warmteproductie en de watercirculatie in het gebouw.

Tip: zet de verwarming 1,5 tot 2 uur voor het gebouw in gebruik wordt genomen op en zet ze 1 uur voor het einde van de activiteit uit.

    • De aanvoertemperatuur van het water dat naar de radiatoren gaat.
    • Een dag- en nachtinstelling voor de temperaturen, ook ‘nachtverlaging’ genoemd. Als er niemand aanwezig is, is het aanbevolen om de installatie in de ‘nachtmodus’ te zetten. Zo verlaagt u de temperatuur binnen en beperkt u dus het warmteverlies.

Tip: stel de temperatuur op 20-21 °C in voor periodes met activiteit en op 12 °C ‘s nachts voor een gebouw met ‘klassiek’ gebruik (bijvoorbeeld kantoren).

Opgelet met algemene aannames: een ruimte weer op temperatuur krijgen nadat ze een hele nacht niet verwarmd werd verbruikt minder dan als u de verwarming de hele tijd op de laagste stand zou laten opstaan.

  1. Als u over een buitensonde of buitenvoeler beschikt, kunt u de verwarming regelen in functie van het weer. De voeler stuurt de ketelsturing informatie over de buitentemperatuur, en die laatste vertaalt die naar een ingestelde temperatuur voor het water dat naar de radiatoren wordt gestuurd, volgens de stooklijn die is ingesteld. De warmtebehoefte verschilt naargelang de buitentemperatuur: als het buiten koud is, zult u meer moeten verwarmen en hebt u warmer water nodig in de radiatoren.

Tip: hier volgen enkele aanwijzingen om uw stooklijn of verwarmingscurve te regelen in functie van de gewaarwordingen.

Figuur 1 – Bron: Bruxeo

 

Raadpleeg voor meer informatie over de regeling van uw stooklijn de opname van de opleiding (timing: +/- 25 min).

 

  1. De ruimtethermostaat dient om de verwarmingsinstallatie feedback te geven over de temperatuur in het gebouw. Als de beoogde temperatuur in een bepaalde ruimte wordt bereikt, valt de verwarmingsinstallatie stil (verwarmingsketel en watercirculatie). Op een thermostaat kunt u de gebruikstijden en de gewenste temperatuur van een kamer afstellen.

Tip: het is heel belangrijk om uw thermostaat op de juiste plek te plaatsen!

Idealiter:

    • in een kamer die gebruikt wordt in de periode waarin de installatie werkt;
    • in een kamer die van nature niet zo gemakkelijk op te warmen is (niet pal op het zuiden bijvoorbeeld want dan bestaat het risico dat de verwarming te snel afslaat);
    • in een kamer zonder bijverwarming.
  1. Met thermostaatkranen regelt u het debiet van het warme water dat naar de radiator wordt gestuurd in functie van de omgevingstemperatuur. De cijfers op de kraan verwijzen naar de referentietemperatuur voor de kamer (waarbij 3 ongeveer overeenstemt met 20 °C en 5 met tussen 24 en 28 °C).

Tip: zet de kranen op stand 2-3 voor een temperatuur van 19-20 °C.

Figuur 2 – Bron: Bruxeo

Opgelet: Door de kraan naar een hoger cijfer te draaien verhoogt u de gewenste temperatuur maar het zal de ruimte niet sneller verwarmen. De cijfers staan voor de ingestelde temperaturen en regelen dus het moment waarop de radiator afspringt. Als u een ruimte snel wilt opwarmen, heeft het dus geen zin om de knop naar een hoger cijfer te draaien.

Voor meer informatie over de plaatsing van een thermostaatkraan verwijzen we naar de opname van de opleiding (timing: +/- 38 min).

Samengevat zijn dit de verschillende actiepistes om uw verwarmingssysteem af te stellen:

Figuur 3 – Bron: Bruxeo

 

Wilt u een stapje verder gaan?

Ontdek in het tweede deel van deze gids hoe u ook uw ventilatie- en uw verlichtingssystemen beter kunt regelen!

Voor uitgebreidere informatie over de regeling van uw verwarmingssysteem, hebt u heel wat documentatiemateriaal ter beschikking: